Veranderingen in de vermogensrendementsheffing
De vermogensrendementsheffing ligt al geruime tijd onder vuur. Als gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad in 2021 gaat de berekening van de box 3-belasting nu op de schop.

Veranderingen in de vermogensrendementsheffing
De vermogensrendementsheffing ligt al geruime tijd onder vuur. Voorheen werd het vermogen in box 3 berekend op basis van een fictief financieel voordeel, ook wel het forfaitair rendementspercentage genoemd. Als gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad in 2021 gaat de berekening van de box 3-belasting nu op de schop. In dit artikel lees je wat dit voor jou gaat veranderen.
Wat is vermogensrendementsheffing?
In Nederland betaal je vermogensrendementsheffing over je vermogen in box 3. Onder vermogen valt je spaargeld, maar ook aandelen of een tweede woning. Heb je schulden? Dan worden deze afgetrokken van je vermogen. Over een deel van je vermogen hoef je geen belasting te betalen. Dit is het heffingsvrij vermogen. In 2022 bedraagt dit voor mensen zonder fiscale partner €50.650 en met fiscale partner €101.300. Met je vermogen word je geacht een bepaald rendement te behalen. Over dit veronderstelde rendement heft de fiscus vanaf 2021 31% belasting. Dit tarief voor box 3 wordt jaarlijks met 1% verhoogd naar 34% in 2025. Het heffingsvrij vermogen wordt dan ongeveer €57.000.
Vermogensrendementsheffing tot en met 2016
Voorheen werd de hoogte van de vermogensbelasting berekend op basis van een fictief financieel voordeel, ook wel het forfaitair rendementspercentage genoemd. Tot en met 2016 bedroeg dit rentepercentage 4%. De Belastingdienst hanteerde een fictieve verdeling tussen sparen en beleggen. Die gaat er vanuit dat het belaste vermogen in box 3 voor 79% bestaat uit beleggingen en voor 21% uit spaargeld. Deze voorgeschreven vermogensmix werd veel bekritiseerd omdat deze geen rekening houdt met de eigen keuze van de belastingplichtige voor het verdelen van zijn vermogen.
Vermogensrendementsheffing vanaf 2017
Het kabinet heeft de ontwikkelingen in de rechtspraak niet afgewacht en het huidige systeem van vermogensrendementsheffingen in box 3 voor de jaren vanaf 2017 gewijzigd. Sinds 2017 wordt er onderscheid gemaakt tussen een fictief rendement op spaartegoeden en vorderingen enerzijds en het rendement op vastgoed, aandelen, obligaties en overige bezittingen anderzijds. Die rendementspercentages worden toegepast op een wettelijk vastgestelde forfaitaire vermogensmix.
Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad in een massaal bezwaarprocedure echter geoordeeld dat de wijze waarop de box 3-heffing sinds het jaar 2017 is vormgegeven in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden. Hiermee heeft zij een streep gezet door het huidige systeem van heffingen. Gevolg is dat er een compensatie komt voor gedupeerde belastingplichtigen.
Nieuw stelsel voor box 3 vanaf 2026
Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad zal er vanaf 2026 een nieuw stelsel voor box 3 komen waarin het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. Voor de tussenliggende jaren, de jaren 2023 tot en met 2025 gaat het kabinet werken met een overbruggingswetgeving, die gaat uit van de werkelijke verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden. De Belastingdienst gebruikt hierbij rendementspercentages die dichtbij de echte percentages voor sparen of beleggen liggen. De actuele spaarrente is bijvoorbeeld veel lager dan het rendement op beleggingen. Deze percentages worden per jaar voor iedereen bepaald. In 2022 is dat -0,01% op spaargeld en 5,53% voor beleggingen.
Compensatie over de jaren 2017 tot en met 2022
Op dit moment is de Belastingdienst druk bezig met het bieden van rechtsherstel. Als uitgangspunt hanteert het kabinet dat compensatie wordt geboden aan belastingplichtigen die hebben deelgenomen aan de massaalbezwaarprocedures, en aan belastingplichtigen van wie de aanslag inkomstenbelasting over (een van) de jaren 2017, 2018, 2019 of 2020 niet onherroepelijk vaststond op 24 december 2021. Deze groep belastingplichtigen heeft inmiddels bericht gehad van de fiscus. Op Prinsjesdag is bekend gemaakt dat belastingplichtigen die eerder geen (of te laat) bezwaar hebben gemaakt niet gecompenseerd worden. Volledige compensatie kost € 4,1 miljard, waarvan meer dan de helft terecht zou komen bij belastingplichtigen met een vermogen in box 3 van meer dan € 200.000. De prioriteit van het huidige kabinet ligt bij de bestaanszekerheid van mensen die nu al moeite hebben de rekeningen te betalen. Er is daarom gekozen voor een omvangrijk koopkrachtpakket.
Toe aan no-nonsense boekhouding?
Ontdek wat wij voor je kunnen betekenen.
Met zo’n twintig man werken we vanaf vijf locaties in Nederland: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Nijmegen en Utrecht. En online natuurlijk. Dus we zijn altijd in de buurt.